Van de 54 mensen die mij zondagmiddag rond Vierakker en Wichmond passeren, zeggen er 53 hoi, hallo, haai of goedemiddag. Kom daar maar eens om in sommige andere delen van het land. En dan te bedenken dat ik voor vandaag alleen via een gehaakt stamboompje in het huis van mijn schoonouders van de dorpjes had gehoord. Dat Vierakker de woonplaats was van voormalig minister-president Ruijs de Beerenbrouck en Wichmond het geboortedorp van Liselotte Gerritsen wist ik dus ook niet.

Het is de Ochkhorstroute die mij naar de vlekjes in de Achterhoek brengt. “Mooiste wandeling van Gelderland in 2007”, had ik ergens gelezen. Nou kun je in dertien jaar veel ellende veroorzaken, maar ik kan me niet voorstellen dat de Ockhorstroute ondertussen is uitgegroeid tot een weerzinwekkend wandelpad. “Kijk goed om je heen, want je wordt omarmd door de uitbundige natuur”, prijst een website de route aan.

Vermoedelijk heb ik die aanbeveling iets te stringent opgevolgd, want na een kilometertje bedenk ik mij dat ik nog geen bordje van de wandelroute heb gezien. Die bruine bordjes moeten een gans bevatten, waarvan de snavel de richting aangeeft. Bij een chocolaterie in Vierakker, bij het Ludgerusgebouw, wandel ik een bos in en passeer ik de Baakse Beek. Vooraf had ik over die passage gelezen en dus vermoed ik dat ik op het juiste pad zie.

Ik passeer even verderop een boerderij die uitkijkt op een wijds landschap met een flinke plas water in het midden. Twee jongentjes controleren de ijsdikte. Op een bankje mopperen een vader en volwassen zoon op elkaar. Zij zijn de enigen die me vanmiddag niet begroeten. Ik kijk om me heen en realiseer me dat de wereld er buiten de autowegen verrassend verlaten kan uitzien. Het is nauwelijks voor te stellen dat in de omgeving van Wichmond criminaliteit voorkomt. Dieven, inbrekers, fraudeurs en geboefte wordt hier niet geboren. Dik kans dat niemand hier met het coronavirus besmet raakt. Of ze van de ellende in de rest van de wereld weet hebben, is onduidelijk. Wat zou het ze ook. Wie in Wichmond woont, behoort tot de weinige uitverkorenen der aarde.

Ondertussen is me wel duidelijk dat ik niet op de Ockhorstroute wandel. Niets van de beschrijving komt voorbij, zelfs kasteel Hackfort niet. Ik besluit dat het me weinig uitmaakt. Het mag de Ockhorstroute dan niet zijn, de omgeving is meer dan te pruimen. Via een klaphek loop ik ineens op een ondanks de lichte vorst zompig pad langs een ondergelopen weiland. De route eindigt op het erf van een boerderij. “Hopelijk geen honden”, schiet er door me heen, maar als ze er al zijn, blijven ze keurig binnen bij de familie Rietman. Want dat zijn de lucky bastards die hier mogen wonen.

Aan de overkant van het erf begint een soort klompenpad dat met een lus ook vlakbij Rietman eindigt. Dit moet dat ‘typische Achterhoekse coulisselandschap’ zijn waarover in de beschrijving van de wandelroute wordt gesprokken. Houtwallen, weilanden, bossen en akkerland wisselen elkaar inderdaad af. Ik zie een bord dat waarschuwt dat ik niet harder dan 16 kilometer per uur mag om stofwolken te voorkomen. Uiteraard temporiseer ik meteen. Via een bos kom ik uiteindelijk weer terug bij het bankje waar de mopperende familieleden zaten. Die zijn ondertussen vertrokken. Ik heb zowaar een rondje gelopen. Met wat richtinggevoel kom je ook in de Achterhoek een eind.

Ik loop terug naar het Ludgerusgebouw en zie ineens het bordje dat ik anderhalf uur eerder straal voorbij ben gelopen. De snavel van de gans wijst naar rechts. Een goede reden om nog eens terug te komen in Vierakker en Wichmond. Wat in het vat zit, verzuurt niet.