“Welkom in het land van de kievitsbloem”, begroet een informatiebordje de bezoekers van De Brommerd. “Wat zijn ze onweerstaanbaar mooi…”, juicht een ander bordje. Staatsbosbeheer is blijkbaar trots op de bijzondere bloem die bijna alleen in het dijkgebied tussen Zwolle en Hasselt groeit.

Mooi is het daar zeker. Een industrieterrein aan de overkant van het Zwarte Water en de enorme elektriciteitsmasten verraden dat ik nog steeds in de 21e eeuw wandel. Verder heeft de tijd spreekwoordelijk weer eens stil gestaan aan de Gennerdijk, in het gebied waar de Vecht in het Zwarte Water bloeit.

Wie vanuit Hasselt komt, heeft dan vermoedelijk de Stenendijk achter de rug. Het is de enige stenen dijk van Nederland die een gebied nog tegen water beschermt. Na een gemaal en van die typische dijkbochten wacht dan een parkeerplaats voor een paar auto’s en fietsers.

Ook in 1910 is het unieke karakter van het gebied al bekend. De kranten beschrijven in dat jaar hun bezoek aan de kievitsbloemen. Ze wijzen erop dat het gebied tussen Zwolle en de Zuiderzee nog weinig bemind is bij toeristen, terwijl ze daar zoveel schoonheid zouden kunnen aantreffen. “Thans zijn het de uiterwaarden die het oog boeien door de ontzaggelijke massa’s bloemen. Nog eens veertien dagen later hebben gras en andere wilde planten weer de overhand”, wijst de dienstdoend op het tijdelijke karakter van de kievitsbloem.

Dik honderd jaar later is De Brommerd alleen meer unieker. Dit is het eldorado waar bijna 95 procent van alle Nederlandse kievitsbloemen bloeit. Ook in de rest van Europa zijn ze een zeldzaamheid. Geen wonder dat bezoekers en deelnemers van de jaarlijkse excursies in extase raken bij het zien van het natuurschoon buiten Hasselt. Volgens de kenners zijn de kievitsbloemen verder vooral te zien langs de Franse Loire en de Duitse Elbe. Daar moeten dan net zoals langs Vecht en Zwarte Water weilanden liggen die in de wintermaanden overstromen, zodat het veen een laagje klei over zich heen voelt vallen.

Veel mensen bezochten vroeger de percelen langs de dijk met de schop in de hand. Ze groeven zwaar illegaal een kievitsbloem uit en plantten die in hun eigen tuin. Tegenwoordig kunnen bewonderaars de kievitsbloem ‘gewoon’ in de tuincentra kopen. Dik kans dat op het bijbehorende kaartje dan de officiële naam fritillaria meleagris staat. Regiobewoners nemen liever wilde tulp, kievitstulp of kadebloem in de mond, al gaat de gemiddelde Zwollenaar ongetwijfeld voor Zwolse Tulp.

Vandaag is het opmerkelijk rustig in de Brommerd . Een dame met zo’n imposante camera komt teruglopen. “Uitbundig…”, zegt ze, doelend op de bloeiende kievitsbloemen. “Een vriendin van me zag er vorige week een enkeling, nu zijn het er echt veel. Verderop staan ook twee witten, vlak naar het pad”, geeft ze een tip.

Op die plek vormt het weiland vol madeliefjes, paardenbloemen, pinksterbloemen en dus die kievitsbloemen in ieder geval een prachtig kleurenpalet. Zo paars als het hier kan zijn, is het al niet meer. Het seizoen van de kievitsbloemen is kort en hevig. Juist in die periode slaan mannen en vrouwen met van die camera’s die op een stuk artillerie lijken toe. Ze generen zich niet om languit in het gras te liggen en dat weerloos stukje natuur pal voor die kolossale lens te zetten.

Wie door De Brommerd loopt, begrijpt dat soort natuurmachogedrag in een klap. Je zou er bijna ook zo’n miljoenencamera van kopen.

Auteur van de Dorpentripper is Erik Driessen. De inwoner van Sint Jansklooster is journalist en tekstschrijver voor bedrijven, overheden en organisaties uit Steenwijk, Meppel, Staphorst, Noordoostpolder, Zwolle en Zwartewaterland.