Veel Nederlandse binnensteden puilen zaterdagmiddag uit. Gemeenten aan de grens krijgen er naast Nederlanders die weer inkopen mogen doen, ook nog een stroom Duitsers bij. Die laten America links liggen. Sterker nog: het lijkt wel alsof bijna iedereen America links laat liggen. Zelfs de parkeerplaats tegenover supermarkt de ‘Dagwinkel’ is nog niet half gevuld.

Het is niet alleen de opvallende plaatsnaam die nieuwsgierig maakt naar het Noord-Limburgse dorp. Dit is de geboortegrond van Rowwen Heze en Jack Poels wijdde veel teksten aan het dorpsleven. Daardoor kennen we allemaal figuren zoals Henk van dorpscafe Boems Jeu, die overigens eind dit jaar met pensioen gaat. Zijn bekende kroeg is vanaf dan te huur. Veel meer horeca heeft America niet. Bij Hap & Stap kunnen de liefhebbers ook nog terecht.

Ook een overdreven groot winkelbestand heeft America niet. Wel een FIAT Camperservice overigens. Logisch dat de Duitsers de oversteek niet wagen. Toch is het best vreemd dat er zo weinig middenstand is. America is in het enige dorp in Nederland met maar liefst twee Center Parcs-parken. Elke dag zitten duizenden toeristen in de opvolgers van Sporthuis Centrum. Blijkbaar doen die vooral boodschappen op het eigen park, complete dorpen op zich.

Ook de Dorpentripper zit achter de slagboom in Het Meerdal. Het moet gezegd: je kunt vooroordelen hebben over Center Parcs, maar het park is werkelijk schitterend aangelegd. Tussen de bomen verjagen de toeristen de dieren beslist niet. Het wemelt in het Meerdal van de vogels, konijnen, eekhoorns en zelfs een kleine kudde albino damherten.

Het park en America liggen aan de rand van De Peel. De turfstekers streken hier in de 19e eeuw neer en stampten wat dorpen uit de grond. Die kregen net zoals elders in Nederland soms namen die verwijzen naar de grote steden en landen van de wereld. Dichtbij America ligt bijvoorbeeld Siberië. Dit is ook het gebied van de asperges. Velden vol liggen hier met het witte goud. De borden ‘asperges te koop’ zijn niet te tellen.

Het moet geweldig wandelen en fietsen zijn in dit gebied. Genoeg te zien in de omgeving, maar America zelf is niet meer dan een doorsnee dorp. Ongetwijfeld een geweldig verblijf voor mensen die er geboren zijn of er al jarenlang wonen, maar de gemiddelde toeristen fietst of wandelt vermoedelijk redelijk snel verder. Bijvoorbeeld naar het Peelmuseum, dat op deze zaterdag net zoals alle musea van Nederland nog gesloten is vanwege dat virus.

Treinreizigers kunnen ook al lang niet meer opstappen of uitstappen op Station America. Ook die term is bekend dankzij Rowwen Heze. Het station was nodig voor het transport van turf uit De Peel, maar met de opkomst van de moderne brandstoffen verdween de noodzaak. De treinen doorklieven America nog wel.

Als passagiers in het dorp uit het raam kijken, zien ze misschien het plaatsnaambord op het einde van het dorp. ‘Hoije Wah’, staat erop. Tot ziens, in het Limburgs. Dat zullen we nog wel eens zien, denken ze vermoedelijk.

America moet het niet hebben van een onweerstaanbare aantrekkingskracht of het ene monumentale pand na het andere. Het meest bijzondere aan America is voor de mens wie niet beter weet de naam.

“We zijn nog in America geweest….”

Altijd goed voor verbaasde blikken. En je hoeft er niet eens een vliegtuig voor in te stappen.

De Dorpentripper is een project van Erik Driessen. De eigenaar van De Tekstkenner in Sint Jansklooster is de tekstschrijver voor media, bedrijven en overheden in Steenwijk, Meppel, Staphorst, Zwartewaterland en Noordoostpolder.