Bleekneusjes sterkten jarenlang aan in het koloniehuis in Bergen aan Zee. Op Nieuwjaarsdag willen mensen er vooral opknappen van de oudjaarskater of met een frisse wind beginnen aan 2019. Het is dus druk aan de Noordzee op de eerste dag van het nieuwe jaar.

Vanuit de bewoonde wereld leidt de meest logische route naar Bergen aan Zee dwars door kunstenaarsdorp Bergen. Wie de borden volgt, komt uiteindelijk op de Eeuwigelaan. Achter de kromme bomen wonen puissant rijke industriëlen, artiesten en mensen die het geluk van een stevige erfenis hebben gekend. De gewone sterveling zet tussen de oprijlanen door koers naar de afslag richting Bergen aan Zee.

Na een paar kilometer prachtige glooiende duinen en bossen wacht dan het kustdorpje met nog maar een dikke eeuw geschiedenis. Burgemeester, en grootgrondbezitter, Jacob van Reenen kwam met het plan voor een nederzetting aan zee. Rijke particulieren zagen er wel brood in en amper een paar jaar later reed er al een tram van Bergen naar de kustlijn. Kunstenaars en niet veel later de zwakke kindjes volgden. Badplaats Bergen aan Zee was geboren.

Het ‘Koloniegebouw voor Jong Nederland’ staat nog steeds in de duinen. Een indrukwekkend gebouw waarin veel Nederlandse jongeren zijn aangesterkt. Adriaan van Dis schreef niet ver van deze plek zijn Indische Duinen. Inspiratie biedt Bergen aan Zee zeker. Achter de soms foeilelijke appartementencomplexen wacht het ruisen van de zee. Die ligt er op Nieuwjaarsdag behoorlijk onstuimig bij. Grote vlokken schuim vliegen over het niet zo brede strand, het is vloed. Honden ravotten, kinderen stampen door de schuimzee en volwassenen ontwijken de oprukkende zee.

Wie naar links kijkt, ziet in de verte de hoogovens in IJmuiden. Op zee is het windmolenpark bij Egmond zichtbaar. Rechts op het strand ontdoen malloten, of helden zoals u wilt, zich van badjassen. Ze rennen in badkleding de zee in om een minuutje later voorzien van een muts en dezelfde badjas een warmer heenkomen op te zoeken. De Reddingsbrigade staat voor de zekerheid op het strand. Een onderkoelinkje ligt altijd op de loer.

Niet in een van de strandpaviljoens van Bergen aan Zee, waar tientallen medewerkers de festiviteiten op Nieuwjaarsdag overslaan en niet aan te slepen hoeveelheden wijn, bier, chocolademelk, poffertjes en bitterballen serveren aan de honderden klanten. “De beste wensen…”, opent de ober van dienst het gesprek. Hij lijkt en klinkt verduiveld veel op acteur Maarten Wansink, de huispiet van Sinterklaas. Ondanks de drukte in de zaak zet hij geen druk achter de bestellingen. Dan weet je dat de tent niet voor niets al sinds 1968 bestaat. Het snelle geld hoeft hier niet verdiend te worden.

De oppervlakkige bezoeker van het Zeeaquarium even verderop verdenkt de uitbaters daar vermoedelijk wel van. Volwassenen mogen voor 13,95 euro naar binnen, kinderen tot 12 jaar voor 9,95. En dat voor een accommodatie waar je naar een dik half uur eigenlijk wel bent uitgekeken. Wat niet wegneemt dat er prachtige en bijzondere vissen rondzwemmen in de bakken en bassins. De roggen mogen geaaid worden en buiten zwemmen twee zeehonden heen en weer.

De prijskwaliteitverhouding lijkt desondanks niet helemaal in balans, maar op de social media maken de eigenaren duidelijk dat de entreeprijzen de enige bron van inkomsten zijn en dat de hoogte nodig is voor een goede verzorging van de dieren. Op 1 januari is de Dorpentripper nog mild gestemd en hij gaat klakkeloos akkoord met de uitleg.

Buiten komen ondertussen donkere wolken aan waaien. Ze geven de appartementsgebouwen een nog meer gedateerde aanblik. Badplaatsen zijn in de winter toch al niet op hun best. In een van de huizen wappert een vrouw van pakweg 35 jaar met een handdoek. Ze werpt ondertussen een blik op de zee. Minzaam kijkt ze neer op de bezoekers. Ze mag dan in een afgrijselijk lelijk pand wonen, maar heeft wel het beste uitzicht van het land, terwijl het merendeel van de gasten straks weer tegen een schutting van de Gamma aankijkt.