“Kuinre stond bekend als het Bagdad van het Oosten…”, zegt Herman Snelder van de Historische Vereniging IJsselham die rondleiding door het dorp verzorgt. Vanaf de Zuiderzee zag de nederzetting eruit als een enorme stad. Schijn bedroog ook vroeger al. Kuinre bestond vooral uit één ellendig lange straat die parallel langs de kustlijn liep.

Dat was in de tijd dat het stadje enige importantie had. De strategische ligging zorgde voor veel handel met het westen en dat zorgde voor bedrijvigheid in Kuinre. Goedschiks of kwaadschiks. De Heren van Kuinre stonden tussen 1200 en 1400 bekend als roofridders, piraten en valsemunters. Ze hadden een buitengewoon slecht imago bij onder meer de kooplui van de Hanzesteden, weet Snelder. De gids heeft een carnavaleske hoed op zijn hoofd (“alaaf!”, zegt een voorbijganger). Niet voor niets, zo blijkt. “In de wijde regio is nog maar één dorpsomroeper: en dat ben ik”, verduidelijkt hij.

Kuinre verloor haar cruciale positie door verzanding, waardoor het stadje werd afgesloten van de Zuiderzee. Met de komst van de Noordoostpolder wordt de situatie er nog tragischer op. Veel andere stadjes langs de voormalige Zuiderzee profiteren van een aantrekkelijk randmeer, Kuinre krijgt niets, hoewel sinds de jaren negentig watersporters het dorp, want dat is het eigenlijk, wel weer kunnen bereiken. “In de zomer is het hier echt druk”, bezweert Snelder.

Vermoedelijk wandelen die bezoekers de Henrik van Cranestraat zeker een keer op en neer. De bijna een kilometer lange straat is vernoemd naar de stamvader van de heren van Kuinre. Hoewel de afgelopen decennia nagenoeg alle winkels zijn verdwenen, Warenhuis Kuinre en een zaak in elektronica bleven, heeft de straat een zekere charme. De geur van de Zuiderzee valt hier nog op te snuiven, zoals ook in het verderop gelegen Blokzijl en Vollenhove of alle Noord-Hollandse stadjes en dorpen.

Snelder heeft er geen moeite mee om die blijkbare grandeur te nuanceren. “Dit lijkt wat, maar het is niets”, zegt hij, wijzend op een gevelsteen uit 1636. Het gebouw blijkt eeuwen later om die oude gevelsteen heen gebouwd te zijn. Kuinre beschikt desondanks ook over echte oudheid. In de hervormde kerk ligt een bijbel uit 1867 en een model schip en enkele doopbogen blijken nog een paar eeuwen ouder.

Net zo mooi is de oude Waag die uit 1776 stamt, terwijl op dezelfde plek vanaf 1456 al in boter werd gehandeld. Op het plein is het wapen van Kuinre in de straatstenen zichtbaar. “Waarom daarin een zwaan zit is onduidelijk, want Henrik van Crane dankt zijn naam aan een kraanvogel”, zegt Snelder, die tijdens zijn rondgang het oudste huis van Kuinre uit 1648 ook aandoet.

“Dit soort huizen gaan in Amsterdam niet weg voor minder dan een miljoen, deze kostte nog geen twee ton”, zegt hij verderop bij weer zo’n monumentje. Al moet de koper nog veel opknappen. Niet alle monumenten in Kuine liggen er even monumentaal bij. Dan loopt Snelder de vroegere katholieke hoek binnen, met onder meer een oude pastorie, een aula en uiteraard de kerk. Zoals veel monumenten, de waag ook bijvoorbeeld, is het Godshuis tegenwoordig een woning.

Als de begraafplaats in zicht komt, eindigt de Henrik van Cranestraat. Wie wat verder loopt, komt in Friesland. Aan de overkant is het Kuinderbos zichtbaar. Een gebied dat 2400 voetbalvelden beslaat, deels aangelegd op de voormalige vuilnisbelt van de Noordoostpolder. De grond was te slecht voor de boeren in de Noordoostpolder, maar Staatsbosbeheer heeft er een aantrekkelijk bos van gemaakt. Overblijfselen van een kasteel van de Heren van Kuinre liggen er nog in.

Meer informatie op www.historischeverenigingijsselham.nl