Je maakt wel eens een onvergeeflijke fout in je leven: bij binnenkomst in het beroemde café De Vrede besluit je eerst een kleine lunch te nuttigen en daarna het al even beroemde Westvleteren bier in te slaan. Blijkt na het verorberen van het gerecht dat ondertussen de Westvleteren 12, het beste bier ter wereld, is uitverkocht. Vier sixpacks van de blonde Westvleteren zijn gelukkig een meer dan schrale troost.
Wie serieus wil inslaan bij de St. Sixtus-abdij moet over engelengeduld beschikken. Urenlang aan de telefoon hangen in de hoop dat eindelijk een monnik genegen is om de smeekbede te beantwoorden, hoort bij de mythe. Vervolgens zijn de gelukkigen der aarde van harte uitgenodigd om naar Zuid-Vlaanderen te rijden en daar aan te sluiten in een merkwaardige rij. Daar komt, volgens de legende, een monnik een kratje, indien aanwezig, uit je auto halen, waarna een andere even later de bestelling brengt. Na het passeren van de kassa wacht dan de thuisreis in de wetenschap dat minimaal 24 flesjes in de achterbak staan.

Mensen met minder geduld zijn aangewezen op De Vrede, het naastgelegen etablissement dat ondanks de uitstraling van een wegrestaurant als enige het gouden bier van de St. Sixtus-abdij mag schenken. En daarop komen drommen mensen af. Italianen, Spanjaarden, Amerikanen, Belgen, Nederlanders, Fransen, Engelsen, alle nationaliteiten zijn deze zaterdagmiddag vertegenwoordigd op het Vlaamse platteland. Allemaal komen ze voor dat God’s geschenk uit de abdij, al leveren de monniken ook dagelijks paté en kaas af in De Vrede.

Wie interesse in het bier heeft, moet niet aarzelen, weet de Dorpentripper ondertussen. “Wat is dat voor doosje dan?”, klinkt het nog tevergeefs in de winkel. “Daarin zitten lege flesjes…”, verontschuldigt de verkoper zich, in de wetenschap dat hij een soort van gebroken bierhart op zijn geweten heeft. “Morgen, zondag, komt er maar een beperkte voorraad binnen. Die is vermoedelijk binnen een half uur weg”, zegt de man ook nog. Valse hoop geven doet hij blijkbaar liever niet. Niet teveel produceren draagt bovendien bij aan de mythe van het bier.

Met de blonde variant in de achterbak verkent De Dorpentripper nog kort de omgeving van de abdij. Binnentreden in het heiligdom is overigens niet mogelijk. Sterker nog: de monniken schermen hun woonomgeving af met prikkeldraad, muren en andere onneembare obstakels. Wel loopt er een wandelpad naar een kleine Lourdesgrot, waar liefhebbers een kaarsje kunnen opsteken voor een geliefde of even kunnen opgaan in zelfreflectie of andere diepzinnigheid. Wie meer wil weten over de abdij, kan nog wel wat informatiepanelen in De Vrede bekijken.

De goddeloze waarheid is dat de meesten vermoedelijk voor dat verrekte bier komen. Vleteren mag zich dan afficheren als ‘dorp met drie sterren’, maar vermoedelijk komt 99 procent voor die imposante abdij tussen de eindeloze weilanden en hopvelden. Prachtig gezicht overigens die gaarden vol voor bier onmisbare granen. De leek vermoedt wellicht druiventeelt, maar de hangende tuinen van Vleteren zijn ingezaaid met hop.

Het is bier wat de klok slaat in Vleteren, misschien dat daar die drie sterren van de gemeentelijke pr-afdeling op wijzen. Wie de abdij links laag liggen, kan ook nog terecht bij Brouwerij Deca dat streekbieren als Vleteren Alt en Antiek brouwt aan of bij De Struise Brouwers dat onder meer verantwoordelijk is voor Cuvée Delphine, verkozen tot beste bier van België (RateBeer Awards 2017). Amper 3700 inwoners in een gemeente die verantwoordelijk is voor absolute topbieren. En dan vertellen we maar even niet dat een dorp verderop ook nog dagelijks Sint Bernardus wordt gebrouwen, min of meer volgens hetzelfde recept als dat van Westvleteren.

De bierwereld is oneerlijk verdeeld, zullen we maar zeggen.