“Nou, kom op met die boot”, commandeert een vlotgebekte wielrenner met Amsterdamse tongval met een knipoog tegen een watertoerist. Die wil bij Nigtevecht de brug over het Amsterdam-Rijnkanaal passeren. De wielrenner maakt onderdeel uit van een groepje lawaaimakers die tijdelijk de hoofdstad hebben verlaten voor een rondje toeren door de regio. “Eddy Merckx”, heeft hij zonder bescheidenheid op zijn wielertruitje staan.

Een van de stadse druktemakers op leeftijd was nog net onder de slagbomen naar de overkant gevlucht. “Die hoort niet bij ons hoor”, roept de Amsterdammer naar de brugbediende. “Rij maar vast door naar een terrasje”, schreeuwt hij naar zijn brutale maat. “Maar ga er maar niet vanuit dat hij een rondje betaalt hoor…”, grapt hij verder naar het bruggenhoofd. “Kom nou toch man!”, maant hij de bootjesbezitter nog eens tot spoed.

Het grootstedelijke geschreeuw blijkt even later een wonderlijk contrast met de rust van Nigtevecht. Wie goed kijkt ziet de metropool nog liggen, maar het dorpje aan zowel het Amsterdam-Rijnkanaal als de meanderende Vecht ademt in alles rust uit. Bewoners aan de rand kijken uit over eindeloze weilanden met karakteristieke boerderijen en zwart-witte koeien. Hollandser kan het bijna niet.

“Goedemorgen”, zegt een man die maar liefst drie honden uitlaat. Een extra bewijs dat we in een dorp zijn beland. In de stad kijken mensen niet op of om naar een voorbijganger, in een dorp slaat de vriendelijkheid toe. Wellicht dat daarom heel Nigtevecht zich lijkt in te zetten voor de Hartstichting. Zowel aan het dorphuis als aan de brandweerkazerne, van het soort klein maar fijn, wappert een rode vlag van de stichting. Hartverwarmend, zullen we maar zeggen.

Aan een raam van een van de vele fraaie woningen aan de beschermde Dorpsstraat hangt een postertje die mensen oproept om zich te melden als bestuurslid van de plaatselijke sportvereniging. Zelfs in dit pittoreske dorp is het jagen op vrijwilligers. En op middenstanders, zo blijkt. Verderop in Nigtevecht zit een supermarkt, maar in de Dorpsstraat houdt het op met Pianoservice Prast en de gesloten cafetaria Nr. 100. Wie wil winkelen, moet niet in Nigtevecht zijn.

Bakkerij Dorpsstraat is desondanks een flinke omrit waard. ‘Brood en banket heerlijkheden’, vertelt de gevel. Daarmee alleen de kost verdienen is in een dorp blijkbaar lastig, want in de bakkerij wordt ook waterspeelgoed verkocht. Wel direct afrekenen, een pinautomaat is er namelijk niet. “Doen we in dit dorp niet aan”, glimlacht de beminnelijke eigenaar. “Je mag het wel overmaken hoor…”, zegt hij, waarna de Dorpentripper een voortreffelijk smakend croissantje ham-kaas aanschaft.

De bakker loopt om de toonbank heen, opent een soort kasboek en bladert net zo lang tot hij op de gezochte pagina is beland. Daarop staan de bankgegevens. “Dit is bedoeld voor klanten die het bedrag willen overmaken”, staat er ook in handgeschreven letters. “Of het wel eens misgaat? Een keer gebeurt. Ik denk altijd maar zo: als ze me voor twee euro willen oplichten, gaan ze hun gang maar”, zegt de bakker, die vertelt dat de Dorpsstraat ooit goed gevuld was met middenstanders. Maar zeventienhonderd inwoners is tegenwoordig blijkbaar onvoldoende om van rond te komen.

De Dorpentripper vergeet het bezoek aan de bakker echter nooit meer. Met z’n allen naar deze prachtzaak, van een paar meter bij een paar meter, aan de Dorpsstraat van Nigtevecht. Midden tussen schitterende optrekjes, een kerk uit de dertiende eeuw en een pontje dat fietsers en wandelaars over de Vecht zet naar Nederhorst ten Berg. “Kantjeboord ll”, is de naam van de pont. Wie een beetje lef heeft, durft de overtocht ongetwijfeld aan.

Wie van de rust van een dorp houdt, mag Nigtevecht sowieso niet overslaan. Wat een weldaad in het Wilde Westen van Nederland. Al scheren de vliegtuigen van en naar Schiphol met enige regelmaat met donderend geweld over. Elk huisje heeft immers zijn kruisje.

Over het Amsterdam-Rijnkanaal passeert ondertussen een enorm Duits passagierschip. De oosterburen varen Nigtevecht voorbij en zijn ongetwijfeld onderweg naar de metropool, waarvan de Godenzonen gisteravond bijna een oude dame in elkaar hadden getimmerd. Niemand aan boord heeft aandacht voor het fraaie dorpje aan de Vecht. Ze weten niet wat ze missen.