“Hij ligt er echt hoor…”, zei een man die in IJhorst zijn afval in de ondergrondse container stopte. Hij keek naar mijn dochtertje en ik die in een bosje naast de containers takken aan de kant schoven, onder struiken keken en voorzichtig wat grond verplaatsten. Persoonlijk had ik het gevoel dat we er nogal verdacht uitzagen, maar de man had een dag eerder dit merkwaardige gedrag ook al gezien. Bij zijn vertrek wees hij op een boom, zijn blik verraadde dat hij een groot geheim verklapte. Zelfs met die aanwijzing vonden mijn dochtertje en ik niet wat we zochten.

Dat ik in duistere bosjes en smerige steegjes terecht zou komen, wist ik al enige tijd. Ze keek op YouTube naar de Zoete Zusjes (twee zussen die avonturen beleven) en die vonden schatten tijdens geocachen. Elke vader weet dan dat het moment komt dat hij ook wordt uitgenodigd voor dit soort activiteiten. “Bij de Kloostermuur en de watertoren liggen ook schatten…”, zei ze en na twee weken weigeren om de app op mijn telefoon te zetten, kon ik er dit weekeinde niet meer onderuit. Belofte maakt schuld. Samen trokken we de regio in op zoek naar buisjes of kistjes die overal verstopt liggen.

Na de mislukte zoektocht in IJhorst reden we naar De Wijk. Bij een elektriciteitshuisje in een nieuwbouwwijk zou ook wat moeten liggen. “Op ooghoogte…”, luidde de hint op de app, maar blijkbaar zijn mijn ogen niet meer wat ze geweest zijn. “Zullen we naar de volgende gaan…”, vroeg mijn dochtertje na een paar minuten. Doorzettingsvermogen is niet de belangrijkste eigenschap van mijn kinderen. Na nog wat geritsel in de struiken, was ik het zelf eerlijk gezegd ook wel zat. We zetten koers naar een andere locatie in De Wijk.

En verrek als het niet waar is, maar daar vond ik na een paar minuten een buisje verstopt in een holle tak. Daarin zat een klein logboekje waarin ik las dat deze vondst bijna dagelijks wordt gedaan. Er zijn blijkbaar meer dochtertjes die naar de Zoete Zusjes kijken. Hoewel in het buisje geen cadeautje zat, besloot mijn dochtertje dat ze er toch een kleine viltstift voor de volgende vinder in wilde proppen. Of die het cadeau of het logboek ooit nog uit het buisje krijgen, is de vraag. Het lukte mij in ieder geval niet meer.

Vanuit De Wijk ging de expeditie verder naar Rogat. Daar hadden we binnen een paar minuten succes. Een dop bovenop een verkeersbord ging open en jawel, daar zat weer een cache in. Opnieuw zonder cadeau. Via een route die ik in 49 jaar nog nooit eerder had gereden, kwamen we bij een spoorlijn in de buurt van Ruinerwold. Vlak na de zoveelste ‘zullen we naar de volgende gaan…’ plopte ik nog een dopje van een hek af en had ik pardoes weer een cache in de hand. Er zat nog een klein potloodje in ook die dochtertje inruilde voor weer zo’n prachtig viltstiftje.

Na een lunch bij Herberg het Plein in Meppel kwamen we ook nog bij een carpoolparkeerplaats terecht. Daar leidde de app ons naar een hoekje waar je ook andere activiteiten zou kunnen verrichten. De tissues op de grond verraadden dat ik niet de enige op de wereld ben met dat soort gedachten. Zelfs langs de lieflijke Belterwijde troffen we even later uitwassen, smeerpijperij en andere herinneringen van mensen die hun natuurlijke behoeftes niet langer konden ophouden. “Zullen we naar de volgende gaan…”, zei ik dit keer. Roeren in een berg doekjes, urineresten en coronavirussen sprak me niet erg aan.

We zochten nog even tevergeefs bij de Kloostermuur en de Watertoren en gingen daarna naar huis.

Toegegeven: dat geocachen brengt je in ieder geval op locaties waar je anders nooit komt. Maar dat gerommel op plekken waar het stinkt naar hondenstront en mensenplas spreekt me nog wat minder aan.

“We kunnen morgen na school nog wel op pad gaan, papa”, zei mijn dochtertje.

De Zoete Zusjes worden bedankt.