Het verhaal van vader, moeder of de hele familie laten vastleggen door een professioneel journalist? De Tekstkenner uit Sint Jansklooster heeft veel ervaring met het schrijven van familiegeschiedenissen. Recent dook Erik Driessen ook in het verleden van zijn eigen familie. Dat leverde onder meer een bijzonder verhaal op over de broers Jan en Dirk Jan Kolk die veel meemaakten tijdens de Tweede Wereldoorlog. Jan Kolk kwam zelfs om het leven in concentratiekamp Neuengamme. Lees hieronder het verhaal van de broers. Ook een geschiedenis van of over de familie vastleggen? We duiken graag in de archieven en leggen het verhaal vast!

Het verhaal van twee communisten uit Genemuiden

Op zoek naar wat coronatijdverdrijf begin ik op een regenachtige januariavond aan online stamboomonderzoek. Binnen een uur weet ik dat begin vorige eeuw een oom en tante van mijn opa Driessen naar de regio Alkmaar verhuisden, gek genoeg de stad waar ik zelf ook vijf jaar woonde. Niet veel later ontdek ik dat twee zonen tijdens de Tweede Wereldoorlog in het verzet zitten en dat een van hen om het leven komt in het Duitse concentratiekamp Neuengamme. Tot mijn grote verbazing staat de naam van deze Jan Kolk op het oorlogsmonument in het Springerpark. Het is het begin van een zoektocht naar de geschiedenis van de ‘Genemuider communisten’ Jan en Dirk Jan Kolk.

Het zijn volle neven van mijn opa Cor Driessen. Zijn tante Geesje trouwt met Hermanus Kolk waarmee ze rond 1890 naar Heerhugowaard verhuist. Ze keren daarna terug naar Genemuiden, waar zeven van de acht kinderen worden geboren, en trekken in 1914 opnieuw naar Heerhugowaard. Een jaar later verhuizen ze naar Stompetoren, een vlekje op de landkaart, niet ver boven Alkmaar in de Schermerpolder. Van het bestaan van het gezin heb ik nooit geweten, laat staan dat de Jan Kolk op het oorlogsmonument in de verte familie is.

“Hopelijk word je niet gauw zeeziek: je moet naar Ameland!’”, antwoordt Wout van Olst op mijn vraag of hij meer weet van het leven van deze Kolk. Van Olst was destijds betrokken bij het nieuwe oorlogsmonument in Genemuiden en zocht toen contact met nazaten van de naam op het monument. Hij stuurt me een mailadres van een zoon van Dirk Jan Kolk, die bij de onthulling van het oorlogsmonument aanwezig was. Op hoop van zegen stuur ik een mail naar Ameland. Dik kans dat de dikke tachtiger ondertussen is overleden, bedenk ik mij.

Krotwoningen in Oterleek

Ondertussen graaf ik in de online archieven. Onwaarschijnlijk hoeveel informatie je daarop tegenwoordig vindt. Uit krantenartikelen maak ik op dat de familie Kolk snel aardt in Noord-Holland en een prominente rol speelt in het dorpsleven van Stompetoren, Oterleek en Schermerhorn. Zoon Jacob is bijvoorbeeld voorzitter van de Bond van Arbeiders in de Land- en Tuinbouw en zit in een commissie die krotwoningen in Oterleek wil vervangen voor deugdelijke arbeiderswoningen. Andere Kolkjes zijn sterk in gymnastiek, ringsteken en bloemschikken. Ook lees ik dat het gezin Kolk ooit het landelijke nieuws haalde met een ‘leverworstvergiftiging’. Zelfs de hond heeft het bruis op de mond staan. Snel handelen van de plaatselijke huisarts voorkomt erger.

Ook ontdek ik dat in ieder geval Jan en zijn jongere broer Dirk Jan in de jaren dertig nauw betrokken zijn bij de Communistische Partij Nederland. Ze zijn getrouwd, werken in de bouw en wonen ondertussen in Alkmaar. Jan staat nummer twee op de lijst waarmee de partij de gemeenteraadsverkiezingen van 1939 ingaat. Zijn broer neemt plaats nummer vijf in en is bovendien voorzitter van de regionale afdeling van de Nederlandse Rode Hulp. Deze NRH steunt de Spaanse communisten in de strijd tegen Franco en werft ook vrijwilligers die de wapens daadwerkelijk willen oppakken.

Duitsers pakken communisten op

Onder meer vanwege de band met Rusland houdt de Nederlandse Inlichtingendienst het reilen en zeilen van communisten in de gaten. Jan en Dirk Jan staan voor de oorlog op een lijst van ‘extreem-linkse’ personen, waarvan de Duitsers later handig gebruikmaken. Nederlandse communisten zijn niet alleen met de Spaanse strijd bezig, ze maken zich ook grote zorgen over het opkomende fascisme. Tijdens de oorlog bestrijden ze de Duitsers ook. Onder meer tijdens de Februaristaking spelen ze een grote rol. Als de Duitsers in 1941 Rusland binnenvallen, pakken ze in Nederland veel communisten op. De Nederlandse politie arresteert zelfs meer mensen dan waarom de Duitsers vragen.

Alleen al in de regio Alkmaar pakken ze vijftig mensen op die ze vastzetten in Kamp Schoorl, destijds het eerste concentratiekamp in Nederland en bizar genoeg de plek waar ik amper een week voor het stamboomonderzoek nog een week verbleef. Ook Jan en Dirk Jan Kolk staan op de gevangenenlijst die ik op internet vind. Ze worden later overgeplaatst naar Kamp Amersfoort. Jan gaat vanaf daar naar het beruchte Duitse concentratiekamp Neuengamme, dat dichtbij Hamburg ligt. Op de site van de Oorlogsgravenstichting zie ik een foto van zijn sobere grafsteen. ‘Koninkrijk der Nederlanden’ staat boven zijn naam en zijn geboortejaar (18 november 1895) en overlijdensdatum (9 januari 1942). Hij moet de steen delen met een ander slachtoffer van Neuengamme.

43000 kampbewoners overlijden

Als ik verder lees over dat concentratiekamp, bedenk ik mij dat iedereen die de huidige lockdown en avondklok vergelijkt met de Tweede Wereldoorlog zich volstrekt belachelijk maakt. Ongeveer 106.000 krijgsgevangenen, Joden, zigeuners, homoseksuelen, Jehova’s en communisten werken en leven onder beestachtige omstandigheden in Neuengamme. In het kamp overlijden veel mensen aan ziektes zoals TBC. Bijna 43.000 kampbewoners overleven de Tweede Wereldoorlog niet. Een van hen is geboren in Genemuiden en is een volle neef van mijn opa. Ik krijg het bijna tachtig jaar later koud van het verhaal.

Tot mijn verrassing krijg ik mail terug uit Ameland. Helma Kolk schrijft dat ik haar best kan bellen. Ze is de jongere vrouw van Klaas waarmee ze al meer dan vijftig jaar op Ameland woont. “Mijn man is 88 jaar, heel doof en kwetsbaar”, zegt ze over de reden waarom zij het telefoongesprek voert. Klaas is de zoon van Dirk Jan Kolk, zo bevestigt ze. Hij heeft geen makkelijke jeugd gehad. “Zijn moeder overleed op jonge leeftijd, waardoor hij is opgegroeid bij opa en oma Kolk-Driessen. Die hadden het niet breed. Dat is vermoedelijk de reden waarom ze van het geloof afstapten. ‘Wi’j em niks te vreet’n, mu’k doar dan veur bidd’n”, zei opa Kolk ooit. Ze spraken nog in het dialect van Genemuiden. Ik vermoed dat Jan en Dirk Jan vanwege die armoede ook bij het communisme betrokken raakten.”

Ontsnapt uit Kamp Vught

Helma Kolk vertelt dat opa Hermanus Kolk als boerenknecht in de Schermer werkte. Dat moest hij vermoedelijk tot op hoge leeftijd doen, want hij overleed op 72-jarige leeftijd aan een hartaanval op het land. Dat was in mei 1943. Zoon Dirk Jan was niet bij de begrafenis aanwezig, blijkt uit het verhaal van Helma. “Mijn schoonvader is ontsnapt uit Kamp Vught en zat de rest van de oorlog ondergedoken. Zijn broer Jan overleed inderdaad in Duitsland, vermoedelijk aan TBC, maar dat hebben we nooit bevestigd gekregen. Mijn man ging als kind van onderduikadres naar onderduikadres. Van die nare jeugd heeft hij veel last gehad. Zelfs nu nog krijgt hij psychische hulp van een stichting die oorlogsslachtoffers helpt.”

Klaas Kolk schreef in 2010 een biografie over de moeilijkheden die hij moest overwinnen. Bij de boekhandel op Ameland blijkt dat werk niet meer beschikbaar. Helma heeft zelf nog een exemplaar in de kast staan, maar stuurt die logischerwijs liever niet op. Ze nodigt me uit om het te komen lezen op het moment dat het coronavirus wat minder invloed heeft op het dagelijkse leven. Ook vertelt ze dat Klaas nog een halfbroer in Amsterdam heeft. Die Jan is een zoon van Dirk Jan uit zijn tweede huwelijk en hij heeft een zoon Stanley die filmregisseur is, voegt Helma toe. Op internet duik ik binnen een paar seconden de contactgegevens van deze Stanley op en ik stuur hem een mail. Die beantwoordt hij razendsnel en hij stuurt mijn vragen door aan zijn vader.

Oorlogsmonument in Genemuiden

Ook die stuurt dezelfde avond nog een mail. “Mijn vader was inderdaad Dirk Jan Kolk. Ik ben vernoemd naar mijn oom Jan, die van het oorlogsmonument in Genemuiden. Bel me maar als je meer wilt weten”, schrijft hij. Ik vind de familiegeschiedenis ondertussen steeds fascinerender worden. Een paar dagen geleden start ik uit een soort van verveling met stamboomonderzoek, even later duik ik in het oorlogsverleden van familie en ondertussen heb ik contacten op de Waddeneilanden en de hoofdstad van Nederland.

Een paar dagen later tik ik het nummer van Jan Kolk in op mijn mobiele telefoon. Zijn Amsterdamse tongval verraadt meteen dat hij geen achtergrond heeft in biezen, tapijtfabrieken of kunstgrasvelden. In één generatie kan de band met Genemuiden doorbroken zijn. “Mijn vader kwam nog wel eens in Genemuiden en Zwartsluis en bij zijn broers en zussen in de regio Alkmaar. Maar ik ben een nakomertje. Toen ik vijftien jaar was, waren al mijn ooms en tantes al overleden. Dan verwatert het contact met de familie.”

Ontmoet in Kamp Vught

Jan kent weinig details van het oorlogsverleden van zijn familie. “Daar sprak mijn vader nooit over. Volgens mij is hij opgepakt omdat hij illegale pamfletten verspreidde. Het was een hele rustige, zachtaardige man die een beetje over zich heen liet lopen. Tot op een bepaald punt. Als hem echt iets niet aanstond, kon hij door roeien en ruiten gaan. Dat had hij overgehouden aan de oorlog, denk ik. Hij is ook onder behandeling geweest van dokter Bastiaans, die oorlogssyndromen behandelde. Mijn vader heeft geen makkelijk leven gehad. Thuis was het armoede troef, zijn eerste vrouw overleed voor de oorlog en daarna is hij nog twee keer weduwnaar geworden.”

De tweede vrouw van Dirk Jan was de moeder van Jan. “Ze hebben elkaar in Kamp Vught ontmoet. Mijn moeder is daar vrijgelaten en mijn vader ontsnapte later met een andere gevangene. Na de oorlog zochten ze elkaar op en zijn ze samen verder gegaan. Toen mijn moeder in 1973 overleed, heeft mijn vader nog een nieuwe vrouw gevonden waarmee hij in Alkmaar is gaan wonen. Uiteindelijk overleed ook zijn derde vrouw en zelf stierf hij in 1984.”

Trouw aan de CPN

Jan vertelt dat zijn vader ook na de Tweede Wereldoorlog de Communistische Partij Nederland trouw bleef. “Daarvan heb ik best last gehad. Je werd als communist met de nek aangekeken en op alle mogelijke manieren tegengewerkt. Op een baan bij de overheid maakte je bijvoorbeeld geen kans. Ik ben op de lagere school zelfs blijven zitten omdat mijn vader communist was. Zo ver ging dat”, herinnert Jan zich.

Dat beeld past bij de geschiedenis van het communisme in Nederland. Vanwege de belangrijke rol in het verzet was de CPN na de oorlog populair onder de kiezers. Bij de eerste landelijke verkiezingen na 1945 behaalde de  partij maar liefst 10 procent van de zetels. Die populariteit daalde snel door de banden die de CPN met Rusland bleef houden en door de opstelling van de partij in het conflict in Nederlands Indië. Uiteindelijk bleef slechts een beperkt handjevol kiezers de CPN trouw. De partij ging later op in GroenLinks.

Ik mail Jan Kolk in Amsterdam een dag later nog wat knipsels die ik over zijn vader en zijn familie vond. “Heel erg bedankt. Van al die knipsels wist ik het bestaan niet. Heb alles afgedrukt en ga er een collage van maken. Ben er erg blij mee”, antwoordt hij even later. Wat online onderzoek en een paar telefoontjes hebben een familiegeschiedenis in kaart gebracht waarover ik een week geleden nog geen letter had gehoord.

Bij de komende Dodenherdenking in het Springerpark dwalen mijn gedachten ongetwijfeld af naar Jan en Dirk Jan Kolk. Ik zal wat langer dan twee minuten stil zijn.

Weet je meer over deze geschiedenis? Mail dan even naar erikdriessen@hetnet.nl, ook voor andere reacties op het artikel.