Hoewel ik de toekomst van kranten weinig rooskleurig inschat, heb ik toch een zekere liefde voor de papieren media. Niet dat ik zelf ooit nog een krant opensla overigens en daarmee is De Tekstkenner zelf meteen onderdeel van het probleem. Na een dag internet, televisie, radio en smartphone voel ik geen behoefte tot het omslaan van die lekker fladderende pagina’s.
Het zal wel een kwestie zijn van oude liefde, roest niet. De eerste freelance opdrachtgever van wat later de Tekstkenner ging heten, was Weekblad de Brug in Kampen. Daarvoor leverde ik een tijdje wat nieuwtjes uit Genemuiden aan, in de sfeer van een losliggende stoeptegel, een boom die wat bladeren verloor en een pont die heen en weer voer.
Later strikte Bak en Bakker Journalisten in Alkmaar mij na een succesvolle stageperiode. Daar werkte ik onder meer voor het ANP. Dat was in de tijd dat internet nog nauwelijks bestond. Soms haalde een met de ouderwetse telex verstuurd bericht NOS Teletekst Pagina 101 of 120, maar het mooiste was toch dat je de volgende dag een verhaal van eigen hand in pakweg Algemeen Dagblad, Trouw of De Volkskrant zag staan.
Nog weer later kwam ik zowaar in dienst bij Brugmedia. Daar maakten we kranten als Swollenaer, Brug en Stadskoerier en ontdekte ik dat ik een voorliefde heb voor de wat kneuterige, lokale journalistiek. In nog veel sterkere mate kwam ik daar achter als tekstschrijver en journalist bij Genemuiden en Zwartsluis Actueel. Nooit eerder werd ik zo vaak en direct aangesproken op mijn ‘werk’. Een artikel staat nog niet online of de reacties stromen al binnen. Dat geeft best een kick. Net zoals het leuk is om onderdeel te zijn van een samenleving.
Na de verkoop van de Actueel-sites kickte ik het afgelopen jaar stevig af van die kick. Naast de ouderwetse journalistiek schrijf ik ook veel voor opdrachtgevers als MarketingOost, verschillende gemeentes, Natuurmonumenten, ingenieursbureaus, de Trots Op-magazines en natuurlijk het Genemuider bedrijfsleven en dus verdween de lokale journalistiek wat op de achtergrond.
Drie weken redactie van weekblad De Stadskoerier zette hem weer op de voorgrond. Omdat toevalligerwijs de opdrachten ook van alle kanten binnenstroomden, maakte ik werkweken van een uurtje of zeventig. Als je nog niet kaal en grijs bent, zou je er bijna kaal en grijs van worden.
Ondanks die werkdruk heb ik eigenlijk erg genoten van ouderwets een krantje in elkaar draaien. Speuren naar nieuwtjes, opschrijven van verhalen, nadenken over de indeling en natuurlijk zoeken naar iets voorpaginawaardig. Dat is natuurlijk allemaal nog niet zulk heel verkeerd werk.